Schriftelijke vragen ex art 41 Reglement van Orde met betrekking tot uitvoeringsplan Flora en Fauna/Faunabeheerplan
Indiendatum: 6 aug. 2024
Geachte voorzitter,
Op 5 juli is de goedkeuring van het Faunabeheerplan van de FBE-Drenthe ter inzage gelegd. Deze hebben wij doorgenomen en daarover hebben we de volgende vragen:
Er wordt veel suggestieve bewoording in het Faunabeheerplan gebruikt zoals o.a. bij de Canadese gans: "stormachtige kolonisatie".
- Hoe kan het dan dat er toentertijd niet is ingegrepen?
- Wat waren toen de middelen die ingezet werden, daar het nu volgens u een "stormachtige kolonisatie" is?
- Is het niet zo dat door het agrarisch gebruik er een flinke toename in de ganzenpopulatie is door het Engels raaigras o.a.? Graag toelichting.
- Is dit dan niet immers symptoombestrijding en waarom wordt er dan niks gedaan aan de echte oorzaak, namelijk het landschappelijk gebruik van de agrariërs?
U stelt eveneens dat er naast populatiebeperkende maatregelen geen mechanisme denkbaar is dat op korte termijn zou resulteren in het tot staan brengen van de groei van het aantal ganzen.
- Is daar überhaupt wel onderzoek naar gedaan, naar meest effectieve middelen? Zo ja, wat is daar uitgekomen?
- Waarom wordt LTO Noord niet aangesproken op hun gebruik van het landschap?
- Waarom wordt er, net als o.a. de Canadese gans, niet gekeken naar het landschappelijk gebruik door agrariërs in plaats van diersoorten te schieten die hiervan mee profiteren?
- Vos en zwarte kraai worden o.a. afgeschoten om weidevogels te beschermen tegen predatie. Het is echter zo dat dit met name nestpredatie betreft. Kuikenoverleving is ook slecht onder weidevogels aangezien goed agrarisch kruidenrijk grasland versnipperd is of van slechte kwaliteit is om kuikenoverleving te kunnen garanderen. Waarom wordt er weer ingezet op symptoombestrijding in plaats van meer geld te steken in robuuste aaneengeschakelde weidevogelgebieden?
- We lezen dat de staat van instandhouding van de houtduif en van kauwen in Drenthe als ongunstig worden beoordeeld. Kunnen wij hieruit concluderen dat deze vogels niet meer mogen worden afgeschoten in Drenthe? Zo nee, waarom niet?
- Ook lezen we dat de staat van instandhouding van konijnen in Drenthe ongunstig is. Kunnen wij hieruit ook concluderen dat er geen konijnen mogen worden geschoten in Drenthe? Zo nee, waarom niet?
- In het uitvoeringsplan Flora en fauna wordt gesproken over schade-veroorzakende dieren. Echter gaat dit voorbij aan het functioneren van het ecosysteem, want de dieren eten om te leven. Zou u samen met de FBE willen nagaan of de negatieve woordkeuze aangepast kan worden zodat dieren die een belangrijke schakel zijn voor de biodiversiteit niet als enkel schadelijk worden betiteld? Zo nee, waarom niet?
- In het uitvoeringsplan wordt gesteld dat er preventieve maatregelen genomen moeten worden ter voorkoming van aanrijdingen met reeën. Kan de FBE onderbouwen waarom afschot de enige manier zou zijn om aanrijdingen te voorkomen? In dit kader ook de vraag of onderzocht is of de komst van de wolf een wijziging heeft gebracht in het aantal aanrijdingen?
- Is onderzocht wat het effect is van het drastisch omlaag brengen van de maximum snelheid in natuurgebieden, bijvoorbeeld naar 50 km per uur? Zo nee, waarom niet?
Alvast bedankt voor uw antwoorden.
Siska Peeks, Partij voor de Dieren
Indiendatum:
6 aug. 2024
Antwoorddatum: 24 sep. 2024
Geachte Statenlid Peeks,
In uw brief van 21 augustus 2024 stelde u een aantal vragen met betrekking tot het Uitvoeringsplan Flora- en Fauna. In de vragen 6, 7 en 8 vraagt u naar de onderbouwing vanuit de Faunabeheereenheid Drenthe (FBE) betreffende woord-keuzes en reeënbeheer. Voor de beantwoording van deze vragen hebben wij de FBE geraadpleegd.
U hebt uw eerste vraag niet genummerd. Wij nummeren deze met 0 en nummeren daarna door conform de nummering uit uw brief. De vragen beantwoorden wij als volgt.
Vraag 0
Er wordt veel suggestieve bewoording in het Faunabeheerplan gebruikt zoals o.a. bij de Canadese gans: "stormachtige kolonisatie".
a. Hoe kan het dan dat er toentertijd niet is ingegrepen?
b. Wat waren toen de middelen die ingezet werden, daar het nu volgens u een "stormachtige kolonisatie" is?
c. Is het niet zo dat door het agrarisch gebruik er een flinke toename in de ganzenpopulatie is door het Engels raaigras o.a.? Graag toelichting.
d. Is dit dan niet immers symptoombestrijding en waarom wordt er dan niks gedaan aan de echte oorzaak, namelijk het landschappelijk gebruik van de agrariërs?
Antwoord 0
a. De Canada gans was onder de Flora- en Faunawet en de Wet Natuur-bescherming landelijk vrijgesteld. Het was voor een grondgebruiker op basis van de landelijke vrijstelling mogelijk om, zonder ontheffing, op te treden bij schade aan gewassen. Er was derhalve geen nood-zaak tot verder ingrijpen.
b. De middelen die gekoppeld waren aan de landelijke vrijstelling wa-ren:
- geweren
- honden, niet zijnde lange honden
- haviken, slechtvalken en woestijnbuizerds
c. Het aantal ganzen neemt toe doordat deze zich vermenigvuldigen, niet doordat er Engels raaigras wordt verbouwd.
d. Agrariërs verbouwen op de gronden die zij in bezit hebben gewassen die zorgen voor een rendabele bedrijfsvoering. Daar waar schade door ganzen het normale maatschappelijke bedrijfsrisico overschrijdt betalen wij als provincie een tegemoetkoming in deze schade. Wij verwachten dan wel dat de grondgebruiker alles in het werk stelt om schade te voorkomen, inclusief ondersteunend afschot bij geplaatste preventieve middelen.
Vraag 1
U stelt eveneens dat er naast populatiebeperkende maatregelen geen mecha-nisme denkbaar is dat op korte termijn zou resulteren in het tot staan brengen van de groei van het aantal ganzen.
a. Is daar überhaupt wel onderzoek naar gedaan, naar meest effectieve mid- delen? Zo ja, wat is daar uitgekomen?
b. Waarom wordt LTO Noord niet aangesproken op hun gebruik van het landschap?
Antwoord 1
a. Er is veel onderzoek gedaan naar het terugdringen van schade ver-oorzaakt door ganzen. Dit onderzoek wordt in interprovinciaal verband uitgevoerd door BIJ12-Faunazaken. De opgeleverde rap- porten kunt u vinden op de site van BIJ12: https://www.bij12.nl/onderwerp...
Effectiviteit wordt uitvoerig behandeld in het document; Buij R., en anderen. Overzicht onderzoek schadesoorten in Nederland en Leidraad beoordeling onderzoek wildschade, 2018. Uitkomst van het onderzoek is dat ondersteunend afschot bijdraagt aan effectiviteit van schadepreventie.
b. Wij zien niet in waarop wij LTO-Noord aan zouden moeten spreken. LTO-Noord is een belangenvertegenwoordiger van de landbouw, bezit zelf geen gronden en kan derhalve niet door ons aangesproken worden op het gebruik daarvan.
Vraag 2
Waarom wordt er, net als o.a. de Canadese gans, niet gekeken naar het land-schappelijk gebruik door agrariërs in plaats van diersoorten te schieten die hier-van mee profiteren?
Antwoord 2
Bij het verlenen van een vergunning voor ondersteunend afschot vindt altijd een alternatieven afweging plaats in relatie tot de noodzaak van afschot. Dat er agrarisch gebruik plaatsvindt, gewassen verbouwd worden en sommige gewassen kwetsbaar zijn voor faunaschade wordt hierbij echter als een gegeven aangenomen. Zouden wij het landschappelijk gebruik willen veranderen dan kan dit enkel door het schadeloosstellen van de eigenaar van de gronden. Dit gebeurt bijvoorbeeld rond Schiphol. Dit toepassen in een gehele provincie zal zeer kostbaar zijn en wordt der-halve niet als een haalbaar alternatief beoordeeld.
Vraag 3
Vos en zwarte kraai worden o.a. afgeschoten om weidevogels te beschermen tegen predatie. Het is echter zo dat dit met name nestpredatie betreft. Kuiken-overleving is ook slecht onder weidevogels aangezien goed agrarisch kruidenrijk grasland versnipperd is of van slechte kwaliteit is om kuikenoverleving te kunnen garanderen. Waarom wordt er weer ingezet op symptoombestrijding in plaats van meer geld te steken in robuuste aaneengeschakelde weidevogelgebieden?
Antwoord 3
Op basis van het door uw Staten vastgestelde Uitvoeringsplan Drentse Boerenlandvogels 2021-2025 is de bestrijding van predatoren onderdeel van het totaalpakket aan maatregelen om de teruggang van het aantal akker- en weidevogels tegen te gaan. Er wordt derhalve wel degelijk ge-investeerd in graslandbeheer ten behoeve van het vergroten van kuiken-overleving.
Vraag 4
We lezen dat de staat van instandhouding van de houtduif en van kauwen in Drenthe als ongunstig worden beoordeeld. Kunnen wij hieruit concluderen dat deze vogels niet meer mogen worden afgeschoten in Drenthe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De kauw en houtduif mogen op basis van het Faunabeheerplan Ver- gunning vrijgestelde soorten niet meer geschoten worden. Daar waar beide soorten schade veroorzaken waarvoor, door de grondgebruiker, een tegemoetkoming is aangevraagd wordt vergunning verleend voor ondersteunend afschot bij geplaatste preventieve middelen. De houtduif staat ook nog op de lijst met jachtsoorten en kan worden bejaagd.
Vraag 5
Ook lezen we dat de staat van instandhouding van konijnen in Drenthe on- gunstig is. Kunnen wij hieruit ook concluderen dat er geen konijnen mogen worden geschoten in Drenthe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja, dat klopt.
Vraag 6
In het uitvoeringsplan Flora en fauna wordt gesproken over schade-veroor- zakende dieren. Echter gaat dit voorbij aan het functioneren van het ecosysteem, want de dieren eten om te leven. Zou u samen met de FBE willen nagaan of de negatieve woordkeuze aangepast kan worden zodat dieren die een belangrijke schakel zijn voor de biodiversiteit niet als enkel schadelijk worden betiteld? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, wij vinden de term "schadeveroorzakende dieren" correct wanneer dieren daadwerkelijk schade veroorzaken. Het Uitvoeringsplan Flora en Fauna volgt de door uw Staten vastgestelde Natuurvisie, waar deze term in paragraaf 5.4 wordt gehanteerd. De term is ook in lijn met de Habitat- en Vogelrichtlijn, zoals opgenomen in het Besluit Kwaliteit Leefom- geving, artikel 8.74 j, k en l, waar wordt verwezen naar in het wild voor-komende dieren die belangrijke of ernstige schade veroorzaken. Het is belangrijk om deze consistente en juridisch correcte terminologie te handhaven. Hierbij willen we benadrukken dat er gesproken wordt van schadeveroorzakende dieren en niet diersoorten. Met deze benadering waarborgen we dat onze terminologie zowel nauwkeurig als juridisch correct blijft, terwijl we de ecologische functies van diersoorten in hun context blijven erkennen.
Vraag 7
In het uitvoeringsplan wordt gesteld dat er preventieve maatregelen genomen moeten worden ter voorkoming van aanrijdingen met reeën. Kan de FBE onder-bouwen waarom afschot de enige manier zou zijn om aanrijdingen te voor- komen? In dit kader ook de vraag of onderzocht is of de komst van de wolf een wijziging heeft gebracht in het aantal aanrijdingen?
Antwoord 7
De FBE heeft in het FBP-Ree gedetailleerd beschreven waarom afschot wordt ingezet als preventieve maatregel om aanrijdingen met reeën te voorkomen. Afschot is een van de meest effectieve methoden om popu-laties te beheren en daarmee het risico op aanrijdingen te beperken. Tot op heden is er geen significante invloed van de komst van de wolf op de toe- of afname van het aantal aanrijdingen waargenomen. Dit onder-werp blijft echter onder onze aandacht en zal bij nieuwe ontwikkelingen opnieuw worden geëvalueerd.
Vraag 8
Is onderzocht wat het effect is van het drastisch omlaag brengen van de maximum snelheid in natuurgebieden, bijvoorbeeld naar 50 km per uur? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nee, er is nog geen specifiek onderzoek gedaan naar het effect van het drastisch verlagen van de maximumsnelheid in natuurgebieden op het aantal aanrijdingen. Wel is bekend dat het afwaarderen van de snelheid naar minder dan 80 km/uur effectief kan zijn om aanrijdingen met grote hoefdieren te voorkomen. Waar dit een haalbare maatregel is, wordt deze ook toegepast, conform de “Leidraad verminderen aanrijdingen reeën”, met prioriteit voor regio's met het hoogste risico op aanrijdingen. Dit vereist vaak herinrichting van wegen om naleving van de snelheids-limiet te waarborgen, en brengt zowel kosten als de noodzaak van maat-schappelijk en economisch draagvlak met zich mee. Wij merken daarbij op dat het grootste deel van de aanrijdingen met wild op de N-wegen plaatsvindt, waar een verlaging van de maximumsnelheid minder haal-baar is.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Drenthe,
Interessant voor jou
Besluit OM over doodgeschoten wolf
Lees verderSchriftelijke vragen ex art 41 Reglement van Orde betrekking tot Aandacht voor dassen bij werkzaamheden aan N-wegen
Lees verder