Schrif­te­lijke vragen ex art 41 Reglement van Orde over uitsluiting duurzame initi­a­tieven in POP3 subsi­die­re­geling


gesteld op 21 februari 2020

Indiendatum: feb. 2020

De ´Uitvoeringsregeling POP3 Subsidies Drenthe´ regelt POP3-subsidieverstrekking in de provincie Drenthe​1​. Hoewel de POP3-subsidies onder andere duurzaamheid en innovatie zouden moeten versterken, zijn er problematische aspecten die niet stroken met provinciale en nationale ambities op het gebied van onder andere duurzaamheid, eiwittransitie en kringlooplandbouw. Een voorbeeld is de uitsluiting van subsidie voor duurzame, plantaardige alternatieven voor melk en zuivelproducten. In de uitvoeringsregeling is de volgende bepaling opgenomen: Artikel 1.13, lid 1g subsidie wordt in ieder geval niet verstrekt voor kosten voor de vervaardiging van producten die melk of zuivelproducten imiteren of vervangen

De fractie van de Partij voor de Dieren heeft over deze bepaling een aantal vragen aan GS.

Het doel van het POP3 onderdeel ´Jonge Landbouwers´ is ​om jonge landbouwers te ondersteunen om te investeren in de verduurzaming van hun bedrijven, wat onder andere zou leiden tot verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap, ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit.

1.a. Erkent u dat​ ​artikel 1.13, lid 1g jonge, innovatieve landbouwers die aan de slag willen gaan met duurzame alternatieven voor dierlijke melk en zuivelproducten onnodig uitsluit van

POP3-subsidie en daarmee een rem vormt op onder andere verduurzaming, innovatiekracht en ondernemerschap? b. Zo nee, hoe rechtvaardigt u dan deze uitsluiting van boeren die bijdragen aan provinciale duurzaamheidsambities?

2. Is u bekend hoe hoe artikel 1.13 lid 1g in de POP3-regeling gekomen?

3.​ Gezien de voordelen van plantaardige melk op het gebied van dierenwelzijn en duurzaamheid: ​erkent u dat het wenselijk is om ontwikkelingen van plantaardige melk en zuivelproducten te stimuleren?

4. Bent u bereid om via het IPO en/of het Rijk in overleg te treden en te onderzoeken hoe achterhaalde en discriminerende voorwaarden zoals in artikel 1.13 lid 1g kunnen worden geschrapt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn en wijze?

5. Bent u bereid aanvragers die te maken krijgen met een afwijzing alleen op basis van POP3 artikel 1.13, lid 1g alsnog financieel tegemoet te komen, wanneer hun aanvraag aan alle verdere criteria voldoet?

6.a. Welke concrete prioriteiten, accenten en selectiecriteria hanteert Drenthe bij openstelling van POP3 subsidies? b. Waarom juist deze, en door wie en hoe zijn ze precies bepaald? c. Hoe zijn PS hierbij betrokken geweest?

Terwijl de provincies en het Rijk willen inzetten op meer regionale, duurzame kringlooplandbouw en eiwittransitie, creëren EU-subsidies prikkels die daar tegenin gaan. Zo laten onderzoeken zien dat Europese landbouwsubsidies vooral natuurverlies in stand houdt en dat voornamelijk gangbare en intensieve (melk)veehouderijen van die subsidies profiteren. Volgens het ministerie van LNV gaat rond 70% van de EU-subsidies naar de teelt van gewassen voor dierlijke consumptie, terwijl het efficiënter en duurzamer is om in te zetten op teelt van plantaardige eiwitten voor menselijke consumptie (granen, nedersoja, etc.)​2​ ​3​ ​4 Tegelijkertijd worden echter miljoenen euro’s beschikbaar gesteld om de consumptie van dierlijke producten te promoten​5​.

Het GLB wordt herzien. In Nederland wordt er nu gewerkt aan een Nationaal Strategisch Plan (NSP), waarin wordt uitgewerkt hoe de nieuwe GLB-verordeningen van EU zullen worden ingevuld in Nederland. Het NSP omvat alle bestaande GLB-regelingen, waaronder ook subsidies voor plattelandsontwikkeling (nu dus nog apart belegd onder het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP).

Het NSP biedt kansen om bovengeschetste perverse prikkels uit het subsidiesysteem te halen of te corrigeren.

7. Wat gaan GS doen om te voorkomen dat discriminerende uitsluiting van landbouwers zoals nu door artikel 1.13, lid 1g gebeurt, niet terugkomen in de NSP?

8.a. Wat vindt u van het feit dat er miljoenen euro’s aan belastinggeld via Europese subsidies naar promotie van consumptie van dierlijke producten gaat, terwijl de Nederlandse overheid en wetenschappers zeggen dat we juist minder dierlijke eiwitten zouden moeten produceren?

b. Erkent u dat zulke subsidies de plantaardige ontwikkelingen op de vrije markt en de nodige transities richting meer plantaardige, duurzame kringlooplandbouw kunnen verstoren, belemmeren en vertragen?

9. Zijn GS bereid om deze herzieningen van GLB en de uitwerking binnen NSP aan te grijpen om zich sterk te maken voor echt duurzame invulling van Europese subsidiemogelijkheden, met bijvoorbeeld zoveel mogelijk nadruk op eiwittransitie en duurzame, natuurinclusieve kringlooplandbouw binnen NSP?

Vraag 1: Nee, voor het POP3 onderdeel jonge landbouwers volgen wij de landelijke lijst met investeringen die jonge landbouwers kunnen aanvragen en daarin staan geen investeringen specifiek gericht op artikel 1.13, lid 1g.

Vraag 2: De Verordening POP3 subsidies provincie Drenthe is gebaseerd op de landelijke uniforme modelregeling voor POP3. De modelregeling is opgesteld op basis van het door de Europese Commissie goedgekeurde POP3-programma voor Nederland. Het POP3- programma is raadpleegbaar op de website van het Regiebureau POP https://regiebureaupop.eu/sites/default/files/field/fileattachment/Programme_2014NL06RDNP001_5_1_nl.pdf. Bij het openstellen van de modelregeling zijn de Europese regels met betrekking tot staatssteun in acht genomen. Ten tijde van het opstellen gold het verbod voor degelijke steun op grond van punt 43 van de 'Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013'. De overwegingen van de Europese Commissie om deze bepaling in de richtsnoer op te nemen is ons onbekend.

Vraag 3: Voedingsmiddelen op plantaardige basis zijn een belangrijk onderdeel van onze voedselvoorziening. Innovatie naar voedingsmiddelen op plantaardige basis kan en wordt door POP3 ondersteund.

Vraag 4: De provincie Drenthe volgt de goedgekeurde modelregeling (zie antwoord 2). Indien wijziging van Europese regelgeving hiertoe aanleiding geeft, kunnen wij samen met de andere provincies de bepaling in de landelijke modelregeling heroverwegen.

Vraag 5: Nee. De provincie heeft zich te houden aan Europese regelgeving en mag niet in die zin afwijken van het goedgekeurde model. Deze situatie heeft zich overigens voor zover ons bekend niet voorgedaan. Financiële tegemoetkoming is dus niet aan de orde.

Vraag 6: De verordening POP3 subsidies provincie Drenthe is door uw Staten vast- gesteld. Uitvoering van deze Verordening door middel van openstellings- besluiten gebeurt door ons. Uw Staten worden op diverse momenten in het kader van uw controlerende taak betrokken. Op het moment van het vast- stellen van de kaders van de verordening, in de begrotingscyclus en op momenten van het vaststellen van beleidskeuzes zoals met het vaststellen van het programma Toekomstgerichte Landbouw. De openstellingsbesluiten worden gepubliceerd in het Provinciaal Blad en worden onder andere kenbaar gemaakt via de landbouwbladen.
De selectiecriteria zijn onderdeel van de modelregeling. De wijze waarop aan de selectiecriteria wordt vormgegeven staat beschreven in het landelijke 'handboek voor selectiecriteria'. Dit handboek is raadpleegbaar op de website van het Regiebureau POP https://regiebureau-pop.eu/nie....

Vraag 7: Zie vraag 4. U geeft aan dat er landbouwers worden uitgesloten. Dat is niet het geval. Er worden alleen specifieke activiteiten uitgesloten indien die op grond van andere regelgeving niet zijn toegestaan.

Vraag 8: Met de Europese subsidies die met de Verordening POP3 subsidies provincie Drenthe worden verstrekt wordt uitvoering gegeven aan het Programma Toekomstgerichte Landbouw. Er worden met de Verordening POP3 subsidies provincie Drenthe geen subsidies verstrekt voor de promotie van consumptie van dierlijke producten.

Vraag 9: Ondersteuning van innovatieve projecten gericht op de eiwittransitie en duurzame, natuurinclusieve kringlooplandbouw zijn in POP3 nu al mogelijk en de verwachting is dat dit binnen het Nationaal Strategisch Plan(NSP) niet anders zal zijn.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen over ontheffing voor het beheer van vogels en zoogdieren op het terrein van Groningen Airport Eelde

Lees verder

Schriftelijke vragen ex art 41 Reglement van Orde inzake wijzigingen subsidie melkveehouders

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer