Schriftelijke vragen Jaarverslag FBE 2018
Indiendatum: aug. 2019
Geachte voorzitter,
Het jaarverslag 2018 van de Fauna Beheer Eenheid (FBE) is op 14 mei 2019 aan de Provinciale Staten toegestuurd ter kennisname.
De fractie van de Partij voor de Dieren mist in het jaarverslag 2018 echter nog relevante informatie omtrent faunabeheer in Drenthe. Tevens hebben wij vragen over de transparantie van de informatie in het jaarverslag.
Graag ontvangen wij daarom van Gedeputeerde Staten de antwoorden op de volgende vragen:
In het jaarverslag van de FBE ontbreken cijfers over het Faunaloket of het meldpunt faunaovertredingen.
- Hoeveel aanvragen voor voor ontheffingen of opdrachten ten behoeve van jacht en schadebestrijding zijn in 2018 bij het Faunaloket binnengekomen?
- Hoeveel aanvragen waren er in 2018 ten behoeve van jacht en hoeveel ten behoeve van schadebestrijding?
- Is er bij ontheffing of opdracht altijd gekeken naar al dan niet uitgevoerde preventieve maatregelen?
- Hoe vaak zijn er ontheffingen of opdrachten geweigerd? Wat was daar dan de reden van?
- Hoe vaak is faunaschade gemeld en hoe was deze schade onderbouwd (mondeling verslag, foto´s, eigen waarneming)?
- Was de gemelde faunaschade altijd in relatie met een aanvraag voor ontheffing of opdracht?
- Hoeveel tegemoetkomingen faunaschade zijn aangevraagd en hoeveel zijn daarvan gehonoreerd?
- Zijn er in 2018 meldingen gedaan bij het meldpunt faunaovertredingen? Zo ja, waarover gingen deze meldingen?
9. In het jaarverslag van de FBE kunnen we lezen dat schades door ganzen blijven toenemen. (p. 7). Uit welke data kan deze conclusie worden afgeleid? Kunt u ons die cijfers die dit aantonen toesturen?
10.Is bij de provincie bekend hoe het komt dat de schade door ganzen is toegenomen?
11. De FBE is de verzamelaar en beheerder van faunadata in Drenthe en tevens de opsteller van de faunabeheerplannen. In het FBE jaarverslag staan cijfers van het aantal gedode dieren en het aantal getelde dieren van een bepaalde soort. In het jaarverslag worden deze cijfers echter niet geduid.
Kunt u ons uitleggen wat de relatie is tussen beide data (getelde dieren en gedode dieren)?
12. De in het jaarverslag vermelde valwildregeling is in 2019 operationeel geworden. Onlangs heeft GS een eenmalige subsidie verstrekt aan de FBE voor de aanschaf van middelen ter uitvoering van de valwildregeling. (https://www.provincie.drenthe.nl/actueel/nieuwsberichten/@133951/gs-besluitenlijst-9/
Welke middelen heeft de FBE hiervoor nodig?
13. De valwildregeling is onder andere bedoeld om onnodig lijden van aangereden reeën (valwild) te voorkomen. Aan welke eisen moeten de zogenaamde valwildvrijwilligers voldoen om het onnodig lijden te voorkomen?
14. Wie besluit of de aangereden dieren al dan niet levensvatbaar zijn?
15. Zijn hier criteria voor opgesteld? Zo ja, kunt u ons die toesturen?
16. Worden levensvatbare dieren naar een opvang gebracht? Zo nee, wat gebeurt er dan met levensvatbare dieren?
17. Waar worden de dode dieren heengebracht?
18. In het jaarverslag van de FBE wordt het woord ´faunabeheer´ gebruikt voor zowel jacht (in de zin van oogsten uit de natuur) als voor schadebestrijding.
In het Flora en Faunabeleidsplan 2014 werd nog wel onderscheid gemaakt tussen jacht aan de ene kant en beheer/schadebestrijding aan de andere kant.
¨Drenthe biedt ons veel planten en dieren die we op verschillende manieren goed kunnen benutten.¨
¨Waar bij de schadebestrijding het doden van dieren de laatste optie is, geldt voor jacht dat het bemachtigen van wild juist een legitiem doel is.¨
(Flora en Faunabeleidsplan 2014, paragraaf 5.1. ´Oogsten´ p.25):
Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het doden van dieren voor jacht (benutting) en het doden van dieren voor schadebestrijding niet hetzelfde is?
19. De lezer van het jaarverslag van de FBE kan niet nagaan welke dieren gedood zijn in het kader van schadebestrijding en welke dieren zijn gedood voor ´benutting´.Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat voor de transparantie in het jaarverslag de FBE de woorden jacht en schadebestrijding (of synoniemen daarvan) zou moeten gebruiken wanneer één van de twee bezigheden bedoeld wordt? Zo nee, waarom niet?
20. Worden de ´geoogste´ dieren alleen geconsumeerd voor eigen gebruik of worden de gedode dieren ook verkocht aan horeca-ondernemers (restaurants)?
21. Indien de gedode dieren worden verkocht aan restaurants, houdt de NVWA toezicht op de kwaliteit van het vlees? Zo ja, hoe werkt dat dan? Zo nee, vindt u dit een wenselijke situatie met het oog op de volksgezondheid?
22. Het valt de Partij voor de Dieren op dat behalve het woordgebruik ook de vormgeving van het jaarverslag FBE niet congruent is met de inhoud. Het jaarverslag ziet er uit als een ode aan de in het wild levend dieren in Drenthe. Mooie glossy foto ́s van prachtige reeën, duiven, hazen, vossen en ganzen. De inhoud gaat echter over het doden van deze dieren. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat de vormgeving van het jaarverslag misleidend is en niet bijdraagt aan de transparantie van het gevoerde provinciale beleid? Zo nee, waarom niet?
Tot zover onze vragen.
Met vriendelijke groet, Thea Potharst
Indiendatum:
aug. 2019
Antwoorddatum: 8 okt. 2019
Geachte mevrouw Potharst,
In uw brief van 28 augustus 2019 stelde u een aantal vragen over het Jaarverslag 2018 van de Faunabeheereenheid Drenthe (FBE). Deze vragen beantwoorden wij als volgt.
Vraag 1
Hoeveel aanvragen voor ontheffingen of opdrachten ten behoeve van jacht en schadebestrijding zijn in 2018 bij het Faunaloket binnengekomen?
Antwoord 1
In 2018 zijn 86 aanvragen voor ontheffingen voor schadebestrijding bij het Faunaloket ingediend.
Vraag 2
Hoeveel aanvragen waren er in 2018 ten behoeve van jacht en hoeveel ten behoeve van schadebestrijding?
Antwoord 2
Er is geen ontheffingsplicht voor de uitvoering van jacht. In 2018 zijn 86 aanvragen ingediend voor schadebestrijding.
Vraag 3
Is er bij ontheffing of opdracht altijd gekeken naar al dan niet uitgevoerde preventieve middelen?
Antwoord 3
Op grond van de artikelen 3.3 en 3.8 van de Wet natuurbescherming wordt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ontheffing bekeken of er alternatieve preventieve middelen aanwezig zijn. Er moeten minimaal twee verschillende preventieve maatregelen zijn toegepast. Aan de ontheffing is het voorschrift verbonden dat ondersteunend afschot alleen is toegestaan indien de preventieve middelen aanwezig zijn en deze middelen onvoldoende effect hebben bewezen.
Vraag 4
Hoe vaak zijn er ontheffingen of opdrachten geweigerd? Wat was daar dan de reden van?
Antwoord 4
In 2018 zijn 33 aanvragen voor ontheffingen geweigerd. De redenen hiervan zijn onder andere geen bedrijfsmatige landbouwschade, strijdigheid met provinciaal beleid en het niet aanleveren van aanvullende gegevens.
Vraag 5
Hoe vaak is faunaschade gemeld en hoe was deze schade onderbouwd (mondeling verslag, foto's, eigen waarneming)?
Antwoord 5
Schademeldingen worden rechtstreeks ingediend bij BIJ12 Faunafonds. BIJ-12 Faunafonds voert de schaderegeling namens de provincie uit. Wij hebben alleen inzicht in getaxeerde schade en niet in de onderbouwing bij de aanvraag. U kunt deze vraag derhalve stellen aan BIJ12 Faunafonds, Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht,T: 085 – 486 22 22, E: info@bij12.nl.
Vraag 6
Was de gemelde faunaschade altijd in relatie met een aanvraag voor ontheffing of opdracht?
Antwoord 6
Ja, op grond van artikel 5.4 van de Beleidsregels Wet natuurbescherming wordt een tegemoetkoming in schade slechts toegekend indien een ontheffing is aangevraagd. Een afschrift van iedere door ons verleende ontheffing gaat in afschrift naar BIJ12. BIJ12 Faunafonds controleert voorafgaand aan de uitbetaling of er een ontheffing is aangevraagd conform de beleidsregels.
Vraag 7
Hoeveel tegemoetkomingen faunaschade zijn aangevraagd en hoeveel zijn daarvan gehonoreerd?
Antwoord 7
Zie beantwoording vraag 5.
Vraag 8
Zijn er in 2018 meldingen gedaan bij het Meldpunt Faunaovertredingen? Zo ja, waarover gingen deze meldingen?
Antwoord 8
In 2018 zijn geen meldingen ingediend bij het Meldpunt.
Vraag 9
In het jaarverslag van de FBE kunnen we lezen dat schades door ganzen blijven toenemen. Uit welke data kan deze conclusie worden afgeleid? Kunt u ons die cijfers die dit aantonen toesturen?
Antwoord 9
Deze conclusie trekt de FBE uit de cijfers van BIJ12 Faunafonds. Hieronder treft u de schadecijfers aan.
Vraag 10
Is bij de provincie bekend hoe het komt dat de schade door ganzen is toegenomen?
Antwoord 10
De schade vindt hoofdzakelijk in de winterperiode plaats. Het is op dit moment niet exact bekend waarom deze schade de afgelopen jaren licht is gestegen.
De tellingen laten ook een stijging zien van het aantal ganzen. Bij toenemende aantallen ganzen stijgt ook de schade.
Getaxeerde schade veroorzaakt door Grauwe en Kolganzen
2013 Winterschade grasland € 39.588 Winterschade kwetsb € 0 Winter schade € 39.588 Zomer schade € 10.671 2014 Winterschade grasland € 57.210 Winterschade kwetsb € 0 Totale winterschade € 57.210 Zomerschade € 65.636 2015 Winterschade grasland € 117.480 Winterschade kwetsb. € 0 Totale winterschade € 117.480 Zomerschade € 13.617 2016 Winterschade grasland € 128.235 Winterschade kwetsb. € 0 Totale winterschade € 128.235 Zomerschade € 30.424 2017 Winterschade grasland € 152.167 Winterschade kwetsb. € 295 Totale winterschade € 152.462 Zomerschade € 19.320 2018 Winterschade grasland € 74.606 Winterschade kwetsb. € 841 Totale winterschade € 75.447 Zomerschade € 24.653 | |||
Vraag 11
De FBE is de verzamelaar en beheerder van faunadata in Drenthe en tevens de opsteller van de faunabeheerplannen. In het FBE jaarverslag staan cijfers van het aantal gedode dieren en het aantal getelde dieren van een bepaalde soort. In het jaarverslag worden deze cijfers echter niet geduid. Kunt u ons uitleggen wat de relatie is tussen beide data (getelde dieren en gedode dieren)?
Antwoord 11
Op grond van artikel 3.11 van de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe dient de FBE in het jaarverslag de aantallen gedode dieren en de telcijfers op te nemen. Deze cijfers dienen als monitoring. Telcijfers geven een beeld van de verspreiding en de trend van de populatie. In combinatie met het afschot kan een schatting worden gemaakt van het aantal dieren dat binnen Drenthe voorkomt.
Vraag 12
De in het jaarverslag vermelde valwildregeling is in 2019 operationeel geworden. Onlangs heeft Gedeputeerde Staten een eenmalige subsidie verstrekt aan de FBE voor de aanschaf van middelen ter uitvoering van de valwildregeling. Welke middelen heeft de FBE hiervoor nodig?
Antwoord 12
In de aanvraag voor de subsidie heeft de FBE aangegeven dat zij voor uitvoering van de valwildregeling gebruik maken van de middelen jas, wildbak, telefoon, wildmerken en reflecterende stickers.
Vraag 13
De valwildregeling is onder andere bedoeld om onnodig lijden van aangereden reeën (valwild) te voorkomen. Aan welke eisen moeten de zogenaamde valwildvrijwilligers voldoen om het onnodig lijden te voorkomen?
Antwoord 13
De Wildbeheereenheden (Wbe's) dragen deskundig en bekwame vrijwilligers voor aan de FBE. Aan de hand van de voordrachten stelt de FBE Drenthe een lijst op met aangewezen personen en legt deze lijst ter vaststelling voor aan Gedeputeerde Staten van Drenthe.
Vraag 14
Wie besluit of de aangereden dieren al dan niet levensvatbaar zijn?
Antwoord 14
Een ree wat ter plaatse wordt aangetroffen of opgespoord met een zweethond is in de regel niet levensvatbaar. Levensvatbare reeën zullen wegvluchten na het ongeluk en worden om die reden niet naar een opvang gebracht. Niet levensvatbare reeën zullen worden gedood door de valwildvrijwilliger.
Vraag 15
Zijn hier criteria voor opgesteld? Zo ja, kunt u ons die toesturen?
Antwoord 15
Zie het antwoord op vraag 14.
Vraag 16
Worden levensvatbare dieren naar een opvang gebracht? Zo nee, wat gebeurt er dan met levensvatbare dieren?
Antwoord 16
Zie het antwoord op vraag 14.
Vraag 17
Waar worden de dode dieren heengebracht?
Antwoord 17
In de verstrekte opdracht is opgenomen dat gedode reeën worden teruggegeven aan de natuur.
Vraag 18
Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het doden van dieren voor jacht (benutting) en het doden van dieren voor schadebestrijding niet hetzelfde is?
Antwoord 18
Ja, dat zijn wij met u eens.
Vraag 19
Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het voor de transparantie in het jaarverslag van de FBE de woorden jacht en schadebestrijding (of synoniemen daarvan) zouden moeten gebruikt wanneer één van de twee bezigheden bedoeld worden? Zo nee,waarom niet?
Antwoord 19
Nee, dit zijn wij niet met u eens. In artikel 3.11 van de Provinciale Omgevingsverordening is opgenomen welke gegevens in ieder geval in het jaarverslag moeten worden opgenomen. Het is verder aan de FBE welke terminologie in het jaarverslag wordt gehanteerd.
Vraag 20
Worden de 'geoogste' dieren alleen geconsumeerd voor eigen gebruik of worden de gedode dieren ook verkocht aan horecaondernemers (restaurants)?
Antwoord 20
Het is toegestaan om 'geoogste' dieren te consumeren voor eigen gebruik en te verkopen aan horecaondernemers. Voor valwild verwijzen wij u naar de beantwoording bij vraag 17.
Vraag 21
Indien de gedode dieren worden verkocht aan restaurants, houdt de Nederland VWA toezicht op de kwaliteit van het vlees? Zo ja, hoe werkt dat dan? Zo nee, vindt u dit een wenselijke situatie met het oog op de volksgezondheid?
Antwoord 21
Voor de beantwoording van deze vraag kunt u de NVWA benaderen; contactgegevens; https://www.nvwa.nl/over-de-nvwa/contact/vraag-stellen-aan-de-nvwa
Vraag 22
Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat de vormgeving van het jaarverslag misleidend is en niet bijdraagt aan de transparantie van het gevoerde provinciale beleid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 22
Nee, op grond van artikel 3.12, lid 8, van de Wet natuurbescherming dient de FBE jaarlijks verslag uit te brengen. Het is aan de FBE om de vormgeving van haar eigen jaarverslag vast te stellen.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Drenthe
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Ontheffing jacht op aalscholvers
Lees verderSchriftelijke vragen voedseltransitie nav rapport IPCC
Lees verder