Schriftelijke vragen ex art 41 Reglement van Orde met betrekking tot intrekken stikstofruimte
Indiendatum: 14 nov. 2024
Betreft: Schriftelijke vragen ex art 41 Reglement van Orde met betrekking tot intrekken stikstofruimte
Geachte voorzitter,
Naar aanleiding van het volgende bericht heeft de Partij voor de Dieren een aantal vragen aan het college.
“De provincie Noord-Brabant gaat ongebruikte stikstofruimte van veehouderijen en grote industriële bedrijven intrekken. Veel bedrijven hebben binnen hun vergunning de mogelijkheid om meer dieren te houden of stikstof uit te stoten dan ze in de praktijk doen. Als die ruimte alsnog wordt gebruikt, kan dat tot extra stikstofuitstoot leiden en dat wil de provincie voorkomen.”1
- Heeft het college in beeld hoeveel ongebruikte stikstofruimte er in Drenthe is? Zo ja, kunt u ons dat doorsturen?
- Is GS het met de Partij voor de Dieren eens dat de vergunning die de provincie heeft verstrekt om stikstof uit te mogen stoten geen eigendom is van het bedrijf dat die vergunning heeft gekregen? Graag toelichting.
- Bent u het met ons eens dat de vergunning om stikstof uit te stoten, ‘om niet’ is verkregen door het bedrijf en dus dat het verhandelen van deze vergunning onwenselijk is? Graag toelichting.
- Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat met het intrekken van onbenutte stikstofruimte het risico wordt weggenomen dat deze ruimte alsnog gebruikt wordt en de natuur in Drenthe daarmee nog meer belast zal worden? Graag toelichting.
- Zou het intrekken van onbenutte stikstofruimte een (deel van de) oplossing kunnen zijn voor PAS melders door een gedeelte van die ruimte te storten in de nog op te richten stikstofbank? Graag toelichting.
- Zou het intrekken van onbenutte stikstofruimte een (deel van de) oplossing kunnen zijn voor de problemen met vergunningverlening voor woningbouw en evenementen in Drenthe? Graag toelichting.
Alvast bedankt voor uw antwoorden.
Renate Zuiker | Partij voor de Dieren Drenthe
Interessant voor jou
Schriftelijke Vragen ex art 41 Reglement van Orde met betrekking tot het verdwijnen van zweefvliegen en bijen.
Lees verder