Schrif­te­lijke vragen ex art 41 Reglement van Orde betrekking tot mest­pro­blemen in Drenthe  


Indiendatum: 20 okt. 2024

Betreft: Schriftelijke vragen ex art 41 Reglement van Orde betrekking tot mestproblemen in Drenthe  

Geachte voorzitter,

Tijdens een debat naar aanleiding van het stoppen van het Drents Programma Landelijk Gebied op 16 oktober jongstleden, heeft de portefeuillehouder een aantal uitspraken gedaan over het (niet hebben van) mestproblemen in Drenthe.

De Partij voor de Dieren heeft naar aanleiding van deze uitspraken een aantal vragen aan het college.

1. Op de vraag van de Partij voor de Dieren of we niet te veel mest hebben in Nederland zei de gedeputeerde: “In dit land wel, maar niet in Drenthe.”

In het debat vertelde de gedeputeerde dat als we in Drenthe minder mest zouden produceren, dat we dan minder (hoogproductieve) akkerbouw zouden kunnen hebben.

Het college stelt echter vaak in hun plannen dat we stikstofdoelen en methaandoelen gaan (proberen te) halen door opkoop van veehouders en het daardoor krimpen van de hoeveelheid gehouden dieren in Drenthe.

a. Kan het college aantonen dat er geen mestoverschot in Drenthe is? Graag een onderbouwing.

b. Denkt het college dat het teveel aan stikstofemissie in Drenthe niet ook komt uit de mest die door de veehouders in Drenthe wordt geproduceerd? Waar denkt het college dat de overbemesting van natuur en water dan vandaan komt? Graag een toelichting.

c. Als het college denkt dat het teveel aan stikstofemissie niet ook komt door de in Drenthe geproduceerde mest, wil het college dan toch nog steeds Drentse veehouderijen opkopen? Graag een toelichting.

d. Als er minder dieren worden gehouden in Drenthe, zal dat dan zorgen voor een afname van de akkerbouw in Drenthe? Zo ja, hoe dan precies? Zo nee, waarom niet?

2. De gedeputeerde stelde in het debat dat we in Drenthe geen mestprobleem hebben. “In Drenthe hebben we een soort evenwicht tussen de melkveehouderij en landbouw. Als we minder melkveehouders hebben, dan moet er meer kunstmest op.’’

a. Kan het college onderbouwen (graag met cijfers) hoe wij op dit moment een evenwicht hebben tussen de melkveehouderij en de akkerbouw?

b. Als we in Drenthe een evenwicht hebben tussen melkveehouderij en landbouw, waarom komen kleine melkveehouders in Drenthe dan toch in de problemen door de afschaffing van de derogatie? Graag toelichting.

3. Gezien de problemen door de afschaffing van de derogatie, de overbelasting van de natuur door stikstof en de vermesting van het drinkwater, allemaal in Drenthe, bent u het dan met de Partij voor de Dieren eens dat we hier toch wél een mestprobleem hebben? Zo nee, graag een toelichting.

4. Zoals de gedeputeerde zelf aangaf tijdens het debat heeft Nederland een mestoverschot. Stel dat we een mesttekort hebben of krijgen in Drenthe, dan is er in NL toch zeker nog meer dan voldoende? Waarom zou het overschot van mest vanuit naburige provincies niet gebruikt kunnen worden voor Drentse boeren? Graag toelichting.

Alvast bedankt voor uw antwoorden.

Vriendelijke groet, Renate Zuiker

Interessant voor jou

Schriftelijke Vragen toekennen vergoedingen dode dieren door de wolf

Lees verder

Schriftelijke vragen ex artikel 41 RvO, Inzake het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de impact op waterkwaliteit

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer